Wandelen en bezinnen
![]() Verslag van een pelgrim
Thema : Van Geslacht op Geslacht. Een klein groepje mensen kwam die zaterdagmiddag op 30 oktober samen in het mooie witte kerkje van Nieuw-Dordrecht. Wandelschoenen, rugzakken, parapluies, als pelgrims voorbereid op de reis. We kregen een prachtig reisgidsje mee om ons op het rechte pad te houden, met aanwijzingen, teksten, liederen. Ik wil er graag af en toe uit citeren met fragmenten die mij raakten. In de kerk begonnen we met het lezen van Genesis 28 vs 10-15. Een pelgrimstocht van Jakob. Na een kort gebed bereiden we ons in stilte voor op de tocht met een zegenbede die mij bekend voorkwam als een Irish Blessing : Dat de zon je mag verlichten, Dat vergezichten je blik verruimen Dat je horizon vergroot wordt door ontmoetingen met anderen. De zon liet een beetje verstek gaan, het motregende. Maar die andere zinnen waren heel toepasselijk. De vergezichten waren volop aanwezig . En we wandelden samen, nu eens met de een dan weer met een ander. We luisterden naar en leerden van elkaar en we deelden onze gedachten met onze reisgenoten. Soms stonden we voor een keuze : Een breed pad met een prachtig uitzicht of een smal kronkelpad met onverwachte verrassingen. Toen we ergens op een rustpunt stonden zei iemand: dit is toch heel anders dan in de kerk en kreeg als antwoord : Maar dit is Gods kerk , alles om ons heen ademt Zijn Geest. Een eindje verderop liepen we door een stukje moerasveen, maar we hadden vastigheid onder de voeten. Daar hadden onze voorouders eeuwen geleden voor gezorgd. Onder de begroeiing lag een weg van boomstammen, die zorgde voor een veilige oversteek. En we liepen door en zongen, wat aarzelend, een lied van Daniel Lohues : Regen of zunne ik blief onderweg Laot mie maar loop’n , laot mie maar gaon Niks is slimmer as stille bliev’n staon. Maar soms bleven we toch wel even : stille staon. Zoals bij die eeuwenoude eik. Die had nogal wat meegemaakt . Ooit was de bliksem erin geslagen en drie stammen waren uit elkaar gegroeid maar ze bleven onderling verbonden, ze waren geworteld in dezelfde bodem en hun takken reikten naar de hemel. Wat een symboliek! We spraken over onze familieverhoudingen. Wat kregen we mee van onze voorouders en wat wilden we graag meegeven aan onze kinderen en kleinkinderen? Waren we ook uit elkaar gegroeid of hadden we een hechte familieband ? Hoe is onze levensweg van geslacht tot geslacht ? We liepen terug naar het witte kerkje van Nieuw-Dordrecht. De motregen was opgehouden, de late middagzon brak nog even door de wolken. Op de parkeerplaats was er warme koffie of thee met koek. Met een voldaan gevoel ging ik naar huis. Het was goed om zo, samen op weg, te zijn. Een pelgrim | ||
terug | ||